Jaarlijks blijft gemiddeld zo’n 5 à 6 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zitten. Voor het inzetten van interventies om dit te voorkomen is subsidie beschikbaar. Er kan subsidie worden aangevraagd voor zomerscholen en andere programma’s, maar alleen als er daarnaast structurele maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen kunnen ook worden gesubsidieerd als er geen zomerschool of ander programma wordt ingericht.
Hoogte subsidie
In 2021 is € 8.750.000 subsidie beschikbaar.
Er kan € 15.000 subsidie worden aangevraagd voor het herijken, ontwikkelen, verbeteren of het intensiveren van één of meer van de volgende activiteiten:
- Het monitoren van de leerontwikkeling van leerlingen om tijdig achterstand te kunnen opsporen en weg te werken.
- De flexibilisering van het beleid ten aanzien van overgang en zittenblijven van de school.
- Professionaliserings- en ontwikkelactiviteiten voor leraren, gericht op het voorkomen van onnodig zittenblijven en op het bieden van kansen, maatwerk en effectieve en kansrijke toepassing van het overgangsbeleid.
In combinatie met ten minste een van bovenstaande activiteiten kan er maximaal € 10.000 subsidie worden aangevraagd (€ 450 per leerling) voor:
- Een zomerschool.
- Een programma buiten het reguliere onderwijsprogramma om achterstanden weg te werken en onnodig zittenblijven te voorkomen.
Met deze activiteiten kunnen scholen op hun eigen manier een effectief en passend overgangs- en zittenblijfbeleid voeren. Onnodig zittenblijven wordt daarmee duurzaam en structureel zoveel mogelijk voorkomen.
Subsidie aanvragen
U kunt per schoolvestiging (BRIN6) subsidie aanvragen van 10 maart tot en met 30 april 2021 via het online aanvraagformulier. De aanvraag kan worden gedaan door bekostigde schoolvestigingen in het voortgezet onderwijs en moet worden ondertekend door de schooldirecteur of het bevoegd gezag. De activiteiten zijn subsidiabel vanaf het moment dat de subsidie is aangevraagd tot en met 31 december 2022.