Elk jaar blijven gemiddeld tussen de 5 en 6 procent van leerlingen in het voortgezet onderwijs zitten. Deze regeling heeft als doel om het onnodig zittenblijven te voorkomen en dit in de cultuur, het beleid en de praktijk van scholen structureel te verankeren.
Tot 1 mei 2022 kan subsidie worden aangevraagd voor zomerscholen en andere programma’s, maar alleen als er daarnaast structurele maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen kunnen ook worden gesubsidieerd als er geen zomerschool of ander programma wordt ingericht. Er kan maximaal € 15.000 subsidie aangevraagd worden voor het ontwikkelen, verbeteren of het intensiveren van 1 of meer van de onderstaande activiteiten:
- Monitoren leerontwikkeling om tijdig achterstanden op te kunnen sporen en weg te werken;
- Flexibilisering beleid van de school met betrekking tot de overgang en het zittenblijven;
- Professionaliserings- en ontwikkelingsactiviteiten voor leraren gericht op het voorkomen van onnodig zittenblijven.
In combinatie met minimaal 1 van de bovenstaande activiteiten kan er aanvullend maximaal € 10.000 subsidie worden aangevraagd (€ 450 per leerling) voor:
- Een zomerschool;
- Een programma buiten het reguliere onderwijsprogramma om achterstanden weg te werken en onnodig zittenblijven te voorkomen.
Er kan geen subsidie aangevraagd worden als er eerder al subsidie voor deze regeling ontvangen is, als activiteiten uitsluitend gericht zijn op leerlingen die dit jaar eindexamen doen, als uitsluitend ingezet wordt om de opgelopen achterstanden door het coronavirus in te halen. Ook na de coronaperiode dient ingezet te worden om onnodig zittenblijven duurzaam en structureel te verminderen.
De verantwoording vindt plaats in de jaarverslaggeving met model G1, volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs of Regeling jaarverslaglegging onderwijs BES. Als er om wordt gevraagd moet u aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn uitgevoerd.
Neem voor meer informatie contact op met één van onze adviseurs middels het contactformulier.